Leisure, spel en nut

Het eerste hoofdstuk van mijn boek Aan de Europese natie bestaat uit een filosofische uiteenzetting over spel en nut. Hierin zet ik mij kritisch uiteen met het bekende boek Homo Ludens van de Nederlandse historicus Johan Huizinga, die volgens mij te zeer gefixeerd was op spel in de vorm van wedstrijd. Zelf onderscheid ik uiteindelijk drie spelsferen: de sfeer van conversatie, van mede-deling, van wedstrijd. In het boek introduceer ik die sferen (p. 28-30) als volgt:

De sfeer van het ongestructureerde spel is volgens mij het belangrijkst, dus daar begin ik mee. Bij ongestructureerd spel gaat het om de 'vrije beweging' van lichaam en geest. Volwassenen geven zich in deze spelsfeer onder meer over aan vrije gesprekken en ongeremd minnespel. Aangezien zowel het gesprek als het liefdesspel in het Engels met hetzelfde woord 'conversation' wordt aangeduid, duid ik de sfeer van 'ongestructureerd spel' aan als de sfeer van 'conversatiespel', ofwel kortweg als de sfeer van 'conversatie'. Dit lijkt mij ook daarom raadzaam, omdat het Latijnse werkwoord con-versare precies uitdrukt waar het in deze spelsfeer om gaat: om een letterlijk samen-wenden namelijk: een samen-draaien, een samen-bewegen.

In de sfeer van conversatiespel zien we onder meer jonge dieren en jonge kinderen at play. We zien ze bezig: dartel het eigen lichaam en de omringende wereld verkennend, onbekommerd proevend, ruikend, kijkend, tastend. Gestoeid wordt er in deze spelsfeer, op aanminnige wijze. Minnend, liefhebbend is in deze spelsfeer de houding en opstelling van de spelenden. Lichaam en geest zijn in iedere conversatie zonder enig voorbehoud, vol overgave gericht op het andere, op de ander. De spelende mens - jong of oud -  staat in de sfeer van conversatiespel voor het vreemde open op een verwelkomende, liefhebbende manier, waarbij de grenzen tussen 'ik' en 'ander' voortdurend vervloeien. De grondhouding van een grenzeloze liefde is in zekere zin die van 'overgave': het zich in volledig vertrouwen openstellen voor het andere en voor de ander. Daarom ook is de sfeer van conversatie die van vrije overgave aan 'god' of zo men wil 'het goddelijke'. Het is de sfeer van de mystieke ervaring, van het spreken in tongen, van de heilige verrukking, van een vrij verkeer met god.

In de tweede sfeer van spel komen speelveld, speelduur en spelregels op het plan, zonder dat er van enige wedstrijd sprake is. Wel moet er in deze spelsfeer iets 'lukken'. Het kan daarbij gaan om een 'welslagen' in bijvoorbeeld het bakken van een mooie cake, of om het 'lukken' van enige vorm van gezelligheid. Het gaat in deze spelsfeer altijd om mede-deling. Als hoofdvormen kent de mededeling de proef en het beurtspel. Bij het afleggen van een proef wil de speler mede delen dat hij de gelijke is van al degenen die de proef reeds met goed gevolg hebben afgelegd: hij wil laten zien dat hij op een afgepaald terrein volgens de regelen der kunst kan 'slagen', en dus 'erbij hoort'. Het simpele bakken van een cake laat zien waarom het gaat. Wie een cake bakt, wil bewijzen in staat te zijn om net als anderen het baksel te realiseren, binnen de kooktijd die er voor staat, in een reguliere keuken, volgens een ook door anderen gevolgd recept (met andere woorden: volgens 'spelregels'). Bij het bakken van een cake als spel gaat het natuurlijk niet om het bereiden van 'te nuttigen' etenswaar, want daarmee zouden we in de sfeer van het levensonderhoud belanden. De cakebakspelletjes van kleine meisjes geven goed aan waar het wèl om gaat. Zij bakken vaak hele ovenladingen cakejes af, die of helemaal niet, of slechts met één enkele, symbolische hap geconsumeerd worden. Belangrijk voor de meisjes is niet de bereiding van een te nuttigen lekkernij, maar het tonen van hun vaardigheid: 'ook ik kan cakejes bakken'.

Het merendeel van spelen in de sfeer van de mede-deling neemt de vorm aan van zogeheten beurtspelen. Deze spelen zijn games in de meest basale betekenis van het woord. De term game is namelijk afgeleid van het Gothische gaman, dat gezelschap, fellowship betekent. De 'gezellen' in om het even welk beurtspel zijn voortdurend gericht op een ritmisch mede-delen. Zij geven elkaar steeds de beurt, net zolang totdat het spel ten einde is. De dans, de koorzang, de opvoering van toneel of muziek, maar ook ieder feestelijk eet- of drinkfestijn: het zijn allemaal beurtspelen. In al deze gevallen zijn de spelers er op gericht om langs de weg van 'geregelde', ja: via spelregels gestileerde omgang alle deelnemers letterlijk 'aan de beurt' te laten komen. Overigens zijn de simpele of juist ver uitgewerkte begroetingsrituelen die we in iedere cultuur vinden allemaal vormen van gezellig beurtspel, en hetzelfde geldt voor vele vormen van gedol, luim en scherts.

Het moge duidelijk zijn dat de grondhouding van iedere mede-deling die van de gezelligheid is. 'Gezellig' zijn zonder meer spelenden die elkaar de beurt geven, en 'gezellig' is ook degene die een proef aflegt. 'Kijk maar,' zo zegt degene die slaagt in een proef: 'ook ik tel mee als gezel; ook ik kan in het vervolg, als jullie dat willen, de beurt krijgen'.

De derde sfeer van spel is die van de wedstrijd. De door Huizinga zo treffend in beeld gebrachte grondhouding van deze sfeer is die van het 'willen winnen'. Verdere toelichting behoeft het wedstrijdspel op deze plaats niet. Onze cultuur is met alle mogelijke soorten wedstrijdspel bij wijze van spreken verzadigd, en de belangrijkste wedstrijdvormen zijn, voor wat hun archaïsche verschijningsvormen betreft, door Huizinga in zijn Homo ludens reeds uitgebreid beschreven.

In hoofdstuk 1 van mijn boek Aan de Europese natie stel ik 'spel' gelijk aan wat de Engelsen leisure en de Fransen loisir noemen. Het is van belang dit te vermelden, omdat ik in de overige hoofdstukken (2 t/m 6) de Europese geschiedenis schets langs de lijnen van nut en leisure. Hoofdstuk 2 neemt daarbij een bijzondere plaats in, aangezien ik daarin een eigen duiding geef van de boodschap van Jeshua van Nasjrath, bij ons beter bekend als 'Jezus van Nazareth'. Deze Joodse wijsheidsleraar beschouw ik als degene die het eerst en het treffendst de Europese Droom in het teken van spel en zorg heeft geformuleerd. 

Aan de Europese Natie lezen?

Als paperback is het boek te bestellen bij Nederlandse boekwinkels als Voorhoeve Hilversum en bij bol.com.

Als e-book is het werk verkrijgbaar bij boekwinkels als Voorhoeve Hilversum en bij bol.com.

Joost van der Net, Aan de Europese Natie verscheen in 2017 bij uitgeverij Klement.

ISBN paperback: 9789086872015
ISBN e-book: 9789086872480